Het is een raadsel. We hebben een concept dat werkt. Dat was de eensluidende conclusie van alle betrokkenen na de verkennende pilot. Iedereen die we er over spreken zegt: ‘goed idee!’. Toch is de belangstelling minimaal. Wat is daarvan de oorzaak? Is het te ingrijpend? Is de tijd nog niet rijp, zijn we te vroeg? Of ligt idee juist zo voor de hand dat boeren denken: ‘wat is hier nu nieuw aan’?
Niet alle projecten van Courage lukken, dat is op zich geen probleem. Dat hoort nu eenmaal bij innovatie. En lukt iets niet, dan kunnen we daarvoor altijd wel een oorzaak aanwijzen: werkt niet, technisch te complex, te duur, te risicovol. Maar in dit geval tasten we in het duister. Ik heb het over ons project ‘Gezonde Partners’. Een nieuw transactiemodel tussen veehouder en dierenarts. Waarbij vrijblijvende advisering wordt vervangen door bindende resultaatafhankelijke afspraken. Het werkt als volgt. De boer geeft een concreet gezondheidsdoel aan. Vervolgens ontwerpt de dierenarts samen met de boer een gedetailleerd stappenplan om dat doel te bereiken. Ze maken een resultaat afhankelijke financiële afspraak en leggen het geheel vast in een overeenkomst die ze beiden ondertekenen.
Onze verkennende pilot geeft aan dat het een succesformule is. De diergezondheid gaat radicaal vooruit, de dierenarts schiet er niet bij in en beiden beleven meer plezier aan de samenwerking. Everybody happy, inclusief de koe. Maar toch. We hebben echt alles gedaan om deelnemers te werven voor de uitrol van het concept. Respons: minimaal. Vorige week maar eens met de financiers van het project rond de tafel gezeten. Budget half op, beloofde aantal deelnemers bij lange na niet gehaald. Wat nu? We spraken af om met de kleine groep deelnemers het project af te maken en daarnaast op zoek te gaan de achterliggende verklaring voor de beperkte respons.
Ervaren de veehouders geen probleem? Dat zou toch vreemd zijn, want de afgelopen 25 jaar is er amper enige progressie geboekt t.a.v. diergezondheid, vruchtbaarheid en kalversterfte. En de trend is op onderdelen zelfs negatief. Is het economisch belang te klein? De dierenartskosten bedragen niet veel meer dan 1 cent per kg melk en een kalf brengt weinig op. Maar elke veehouder denkt bij een ziek dier toch niet eerst aan geld, maar vooral aan de ergernis van dode kalveren, kreupele koeien en melk die niet mag worden geleverd? En de dierenartsen, beseffen die niet dat hun verdienmodel, dat nog steeds fors leunt op de marge op medicamenten en zieke koeien, op termijn nauwelijks houdbaar is? En dat ambachtelijke ingrepen als kalveren onthoornen en koeien ‘opvoelen’ eenvoudig over te nemen zijn door specialisten op HBO-niveau?
Mijn vrees is dat we als sector onvoldoende in de gaten hebben dat diergezondheid de volgende schandpaal is waar we aan genageld gaan worden. Na nitraat, fosfaat, klimaat, ammoniak en biodiversiteit voorzie ik een volgende deuk in het imago van de sector. En volgens mij kunnen we dat echt voorkomen. Er is nu een Deltaplan Biodiversiteit dat (terecht) uitbundig wordt geprezen. Is het niet tijd voor een Deltaplan Gezonde en Gelukkige Dieren? Misschien kunnen we met een brede coalitie dan wél de juiste prikkels organiseren om gestructureerd en doelgericht te werken aan een radicale verbetering van de diergezondheid! Als het zo ver komt, hebben wij met Gezonde Partners, alvast een bewezen, effectieve bouwsteen op het schap liggen!
Carel de Vries
Programmamanager Courage
Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief