Het kan raar lopen. Drie jaar geleden brachten we het essay ‘Dairyland Stewardship Council’ uit. En nu pas lijken we met dit concept een stap verder te komen. De aanleiding destijds was het, in onze ogen, faillissement van agrarisch natuurbeheer. Onvoldoende resultaten, slinkende overheidsbudgetten en afhakende boeren. Tijd voor een nieuw model, dachten we. Die aanleiding is alleen maar actueler geworden. De melkveehouderij intensiveert. Niet alleen door meer koeien, maar vooral ook door strengere regels. De druk op grond neemt toe. Biodiversiteit en landschap zijn dan de onderliggende partij. Destijds was de kerngedachte: we moeten van overheidssturing- naar ketensturing. Dat is voor hout gelukt (FSC: Forest Stewardship Council) en ook voor vis (MSC, Marine Stewardship Council). Waarom zou dat in onze sector niet kunnen, dachten we. Dat bleek wat te simpel. Inmiddels zijn we er van overtuigd dat het ook de keten alleen niet gaat lukken. De keten heeft wel een belangrijke rol, maar je kunt de budgetten die nodig zijn voor werkelijk effectief agrarisch natuurbeheer, voor echt herstel van biodiversiteit, domweg niet uit de markt halen. Hoe groot is de markt voor gruttomelk? En de gemiddelde Duitse consument zal al helemaal weinig animo tonen om de grutto’s in Friesland of de houtwallen in de Achterhoek te gaan financieren via Frau Antje. Ook het herverdelen van melkgeld kent haar grenzen. Er zijn meer en sterkere prikkels nodig dan de keten kan geven om echt het verschil te maken. Hoe sterk zou die prikkel dan moeten zijn? Eerlijk gezegd denk ik dat we pas echt kwalitatief hoogwaardig natuur-, landschaps- en biodiversiteitsbeheer door boeren gaan krijgen wanneer aan het eind van de dag de beloning daarvoor in de buurt komt van die voor het produceren van melk. Kan dat? Alleen wanneer we nieuwe vrienden maken. Er zijn, naast de klassieke ketenpartners, veel meer partijen die een bijdrage aan de beloning kunnen leveren. Gemeenten, banken, waterschappen, drinkwaterbedrijven, natuurorganisaties, allemaal kunnen ze, vanuit een eigen belang, de boer positief stimuleren zich in te zetten voor natuur, landschap en biodiversiteit. Als die prikkels ook nog gelijkgericht en optelbaar zouden zijn, dan ontstaat mogelijk een voldoende grote beloning voor de boer. Zeker wanneer daarbij ook de factor grond ingezet kan worden. Want grond is sinds vorig jaar synoniem voor ontwikkelruimte. En waar ontwikkelruimte ontstaat kun je zaken doen. Met je nieuwe vrienden.
Carel de Vries
manager Courage
Schrijf je hier in voor onze nieuwsbrief